zaterdag 5 december 2009

Onzichtbaar leren.

Deze week zijn John Moravec en Christobal Cobo gestart met het project Invisible Learning.
Beide heren heb ik op 2 november ontmoet tijdens Education Futures NL. Ze hielden daar een keynote gevolgd door discussie. De manier waarop dit gebeurde was vijf jaar geleden nog ondenkbaar. Moravec was IRL (dus 'in real life')aanwezig, Cóbo via internet vanuit Mexico.
Toen zou ik op deze plaats beschrijven hoe dat technisch kon worden gerealiseerd tegen welk kosten en inspanningen. Nu was het voor alle aanwezigen volledig vanzelfsprekend.
Van Drop Box
Op zich is dit een voorbeeld van wat Invisible learning wil doen.
Invisible Learning wil nadenken over leren in een toekomst waarin alle techniek vanzelfsprekend en daarmee onzichtbaar is geworden. In deze toekomst denkt de leerling niet na over het apparaat, maar uitsluitend in termen als "wat kan ik doen met dit ding..."
Misschien moeten we vaststellen dat die toekomst voor veel van de zittende leerkrachten al heden is.
In the wave die ik samen met o.m. Berend van de Weerdt heb opgezet om die toekomst verder te verkennen hebben we vijf sleutelbegrippen gedefinieerd:
- serendipity
- social media
- being omnipresent
- augmented reality
- connectedness
Het zijn de begrippen die er toe doen bij invisible- en informal learning.
Cobo en Moravec nodigen u uit om samen met hen ervaringen te delen, nieuwe perspectieven te ontwerpen. Zij willen het kritische denken bevorderen en zij vragen u om bij te dragen aan de ontwikkeling van een duurzaam proces van leren, innoveren en ontwerpen voor 'the global society'
Het project 'Invisible learning' mondt onder meer uit in een publicatie waar u aan mee kunt schrijven. Alle informatie hierover is te vinden op de website

Bronnen:
John Moravec
Cristóbal Cobo
invisiblelearning
Education Futures

vrijdag 27 november 2009

Naar doelmatiger onderwijs - deel 3

Onderwijs, gericht op de toekomst?

In het rapport 'Naar doelmatiger onderwijs' worden zes manieren om doelmatigheidsbesef te bevorderen beschreven.

1. Gerichte aandacht voor doelmatigheid bij onderwijsverbetering en innovatie
2. Stimuleer leren van variatie en vergelijking
3. Stimuleer het ontwikkelen van instrumenten die inzicht geven in kosten
4. Doelmatigheid beter inpassen in hrm-beleid
5. Vraag scholen/instellingen jaarlijks rekenschap te geven van hun doelmatigheidsverbeteringen
6. Betrek sectororganisaties, beroepsgroepen en vakbonden bij versterking van doelmatigheidsbesef

Of de leerkracht door deze aanbevelingen meer doelbewust wordt is nog maar de vraag.
Naar mijn mening valt de Onderwijsraad hier in een valkuil die ze zelf in het rapport benoemt.

"Daar komt bij dat leraren een duidelijk onderscheid maken tussen ‘kerntaken’ (het geven van onderwijs en
het omgaan met leerlingen) en overige taken. Taken waarbij niet direct leerlingen zijn betrokken,
bijvoorbeeld administratieve taken, beschouwen zij al snel als (onnodig) papierwerk dat
hen afleidt van hun eigenlijke werk.

De cultuur speelt waarschijnlijk eveneens een rol bij de hoge werkdruk
die veel leraren ervaren. Leraren zijn sterk gemotiveerd voor het geven van onderwijs, maar
voelen zich te weinig gewaardeerd voor hun inzet"

Van de zes genoemde manieren zijn er tenminste vijf gericht op door leerkrachten als ‘bureaucratisch’ gevoelde zaken. Toch werkt een leerkracht vanuit zijn professie heel erg ‘doelbewust’. Het begrip ‘Doel’ kun je definiëren als ‘resultaat’ maar ook als ‘een punt om naar toe te werken’.
In deze beide definities ligt het onbegrip besloten tussen de werelden van Onderwijsraad en leerkracht.

Het gebruik van tags binnen de blogs van Visible Goal

De leerdriehoek

In eerdere blogs heb ik dit beeld opgenomen
Van Drop Box
Natuurlijk is de manier waarop de functies van de verschillende actoren in dit schema worden benoemd discutabel. Een leerkracht kan ook begeleider, coach, adviseur etc. worden genoemd.
De reden waarom ik toch vasthoud aan deze weergave van onderwijs is, dat het proces van het leren wel helder in beeld wordt gebracht.

Voor de blogs van Visible Goal zullen de functie aanduidingen uit dit schema gebruikt worden om de informatie te taggen.

Leerkracht
Leerling
Leerstof
Leren
Context

zondag 22 november 2009

Naar doelmatiger onderwijs - deel 2

-vervolg op voorgaande blog-
Onderwijsraad publiceert het rapport 'Naar doelmatiger onderwijs'
Volkskrant opent het debat over 'De onderwijsagenda'

Vandaag las ik via Twitter twee blogposts over dit onderwerp. Fons van de Berg reageerde in zijn blog op het rapport van de Onderwijsraad. Hij gebruikte de titel "Minder baasjes, meer leiders". Karin Winters blogte over de het door de Volkskrant opgezette onderwijsdebat.
Beide mensen heb ik ontmoet op Education Futures. Kerngedachte van deze bijeenkomst was: Richt je op de toekomst. Het was daarmee een bijzonder inspirerende bijeenkomst. Mbt het debat over de Onderwijsagenda blogt Karin Winters dan ook; "Het kan natuurlijk zijn dat er ook hier vanuit het verleden in plaats vanuit de toekomst geredeneerd wordt"
De manier waarop Karin Winters het initiatief van de Volkskrant ervaart wordt duidelijk in dit citaat:
Een panel van wijzen kiest uit alle problemen 6 thema’s waar in 2010 dieper op in gegaan wordt met een discussie internet en een debatreeks.
Typisch trouwens dat in de titel van de site vraagstukken staat en in de inhoud er over problemen gesproken wordt.
Persoonlijk vind ik de problemen die er opgesomt staan, negatief gesteld en open deuren van hier tot Tokio…..de grote klassen, te veel rompslomp, afschuiven opvoedingstaken op scholen.
Als je uitgaat van de negatieve benadering werk je volgens mij alleen naar een bevestiging van de negatieve stellingen en niet naar de oplossing van de problemen.
Op mijn persoonlijk CV staan zowel een carrière in het onderwijs als een in de sport. Een typering van onderwijs kan zijn; "Ik bouw op de kennis van hen die voor mij waren. Daarbij ligt dus de legitimatie van wat we in het onderwijs doen bij dat wat zich in het verleden heeft bewezen"
Een typering van sport kan zijn: "Hoe gaan we de wedstrijd van morgen winnen?"
In mijn werk heb ik altijd geprofiteerd van de cross-over.
Mijn favoriete citaat is de zin die Edgar Davids uitsprak:
"Ik win, omdat ik elke dag leer!"
Van Drop Box
Hoe gaan we dit debat winnen? Hoe gaan we ervoor zorgen dat het debat toekomstgericht wordt gevoerd? Hoe realiseren we de situatie waarin onderwijs daadwerkelijk is wat het moet zijn: Gericht op de toekomst!

bronnen:
Onderwijsraad "Naar doelmatiger onderwijs"
Volkskrant "De onderwijsagenda"
Fons van de Berg blog "Minder baasjes, meer leiders"
Karin Winters "deonderwijsagenda…iets anders dan De onderwijs agenda"

zaterdag 21 november 2009

Naar doelmatiger onderwijs

Deze week bood de Onderwijsraad het rapport 'Naar doelmatiger onderwijs' aan. Het is een lijvig document geworden. De komende week neem ik de tijd om het te bestuderen. Voor dit moment heb ik alleen de samenvatting doorgenomen (ook deze telt altijd nog twaalf pagina's)
Wat bij lezing opvalt is dat er een paar woorden als een soort mantra door het document heen staan. Deze woorden komen ook steeds weer terug. Het zijn de woorden 'Kwaliteit' en 'Doelmatig'.
Omdat deze woorden een heldere definitie kennen, worden ze -door mij- ook te gauw voor waar aangenomen. Want:
- wat is kwaliteit?
- wat is doelmatig?
Binnen het kader van de samenvatting wordt in elk geval een poging ondernomen om de laatste van de twee te definieren:
"...uitgaande van de huidige middelen een verhoging van onderwijskwaliteit tot stand brengen (beter en of hogere opbrengsten in brede zin) zonder inzet van extra middelen. Daarbij ligt een accent op de inrichting van het primaire proces (het onderwijsproces) en de rol van de leraar daarin."
Deze uitleg van het woord doelmatig is er een die vooral in de financieel/economische hoek past. En daarmee bedoel ik niet te schrijven dat dit verkeerd is. Het is wel goed om dit te benadrukken. En het zou daarom te meer belangrijk zijn om de definitie van het begrip kwaliteit -zoals de opstellers van het rapport die gebruiken- te kennen.
Het rapport vindt u op de site van de onderwijsraad.

Vandaag is de Volkskrant het debat gestart over de onderwijsagenda. Op het eerste blad van het Kenniskatern wordt beschreven wat de aanleiding is en op welke manier het debat de komende negen maanden vorm krijgt. Er worden zes thema's uitgediept. Elk thema wordt uiteindelijk afgesloten met een openbaar debat. U wordt uitgenodigd om deze zes thema's vast te stellen. Ga daarvoor naar De onderwijsagenda Laat uw stem horen en bemoei u met dit debat!

vrijdag 20 november 2009

ICT inpassen in het onderwijs? Liever niet! - deel 2

In de achterliggende jaren heeft het onderwijs gezocht naar een manier om ICT in het onderwijs in te passen. Gelijktijdig met de publicatie van mijn eerste artikel is Wilfred Rubens ook aan een serie begonnen. Hij beschrijft vanuit eigen ervaringen de met welke inzet en ambities het onderwijs in de afgelopen vijftien jaar geprobeerd heeft om ICT een plaats te geven.
Terug kijkend ontstaat bij mij het beeld van een taart, waarin met veel pijn en moeite nog een extra puntje wordt geschoven.
Van Drop Box
En dat extra taartpuntje past alleen maar, als er iets van het andere wordt weggelaten. In mijn jaren als onderwijsbegeleider in Rotterdam was dat ook altijd de hobbel die moest worden genomen bij de implementatie van ICT.
Wat moeten we dan weglaten? Alles is belangrijk!
Ik heb niet de illusie dat dit inmiddels anders is geworden.

Als veelgebruikt argument tegen onderwijsvernieuwing wordt het 'hedendaagse gebrek aan basisvaardigheden' genoemd. Daarbij wordt schuin gekeken naar de rekenmachine die er voor heeft gezorgd dat
niemand nog fatsoenlijk een sommetje uit het hoofd kan rekenen.
Misschien kunnen we dat beeld wat meer genuanceerd bekijken.
Naar mijn mening is het niet de rekenmachine die oorzaak is van het 'grote verval', maar ligt het dichter bij het feit dat we op de oude manier les zijn blijven geven alsof die rekenmachine niet bestond.
In onderstaand beeld een schematische weergave van deze gedachte:
Van Drop Box
Op inzichtelijk niveau reiken we onze leerlingen de nieuwe stof aan. Deze doen hun best om die nieuwe stof te begrijpen en bij de eerstkomende toets laten ze zien dat ze het ook begrepen hebben. Het automatiseren en het toepassen van deze nieuwe stof wordt echter met de rekenmachine gedaan. De leerling weet achter welk knopje die formule zit. De formule zelf hoeft hij/zij daarbij niet meer te vormen. Op inzichtelijk niveau wordt er dus niets geautomatiseerd..., toch?
Of maak ik hier een denkfout?

Structureel werken in Excel zou al een enorme verbetering geweest zijn, omdat de leerling daarbij de formule zelf kan bouwen, kan stapelen en/of ziet ontstaan.
Maar dan moet er wel iets meer gebeuren dan alleen maar iets inpassen. Dan lijkt het er meer op dat we het onderwijs aanpassen.
En dat kan niet! Daar krijgen we geen extra tijd voor. En dus verlies je daarmee kwaliteit...
Of maak ik hier nou die denkfout?

In de achterliggende periode is dit dilemma blijven liggen. En het onderwijs bleef in de keuze hangen.
We doen een beetje ICT erbij...Als het maar wel veilig blijft!

-keep posted-

Weet jij wie ik ben? - deel 1

Piaget, Vygodsky en anderen hebben de ontwikkeling van jonge mensen in verschillende fases opgedeeld en beschreven. We weten dat een mens zich in een formele en een informele wereld beweegt. Sinds 2005 wordt ook geprobeerd om die groei van mensen in de virtuele wereld te benoemen. Wim Veen et al verrichtte baanbrekend werk op dit gebied.
Mijn Pabo studenten starten twee keer per jaar in een nieuwe stagegroep. Bij de kennismaking worden de formele en de informele werelden van de leerlingen verkend en besproken. Maar over de virtuele wereld van de leerlingen wordt met geen woord gesproken. Vragen als:
Welke online games speel je?
Heb je een mobiel en wat doe je ermee?
Heb je een profielsite?
Chat je wel eens en vind je dat leuk?

Bijgaand plaatje is vaak en veel misbruikt. Toch is het een heldere weergave van 'onderwijs'. Afhankelijk van het type onderwijs kun je een van de punten van de driehoek nemen als vertrekpunt om de processen te beschrijven. Je kunt de punten een andere naam geven: Natuurlijk mag je de leerkracht ook als begeleider of coach aangeven, maar binnen de afbeelding behoudt deze zijn plaats naast de andere factoren.
Van Drop Box
In de afgelopen twintig jaar is mbt de inpassing van ICT in het onderwijs ook steeds vanuit dit model gewerkt. Er werd gekeken op welk punt ICT ondersteuning kon bieden.
In het totaalbeeld veranderde niet veel.
En nog steeds gaat het gesprek in het onderwijs vooral over het inpassen van ICT. Er wordt gezocht naar een speelhoekje tussen andere activiteiten in. Of een lesje uit een methode wordt vervangen door een ICT activiteit. Het is een teken aan de wand, dat Ambrasoft het meest bekende en aanwezige software pakket voor het Basisonderwijs is.

In de volgende Blogposts wil ik proberen om een nieuw beeld neer te zetten...
So keep posted...

Education Futures... - deel 3

-in vervolg op beide vorige posts-
We willen het onderwijs wel veranderen -een beetje- als het maar wel veilig blijft.
Op maandag 2 november organiseerde Fons van den Berg van Helicon een bijeenkomst van Education Futures in pakhuis Willem de Zwijger. Deze dag was rond de komst van John Moravec georganiseerd. Het was een bijzonder inspirerende bijeenkomst in een boeiend gezelschap.
In zijn keynote speech stelde Moravec de vraag:
Wie van de aanwezigen heeft het vak 'Geschiedenis' gehad/gevolgd?
En wie heeft op school het vak 'Toekomst' gevolgd?
In de eerder genoemde serie artikelen van de hand van Wilfred Rubens wordt beschreven op welke manier en met welke inzet geprobeerd is om ICT een plaats te geven in het onderwijs. Met de beste bedoelingen hebben we geprobeerd om ICT in te passen. Maar het onderwijs is niet veranderd.

Op deze bijeenkomst werd het beeld geschetst van het 19e eeuws instituut dat onderwijs heet. Kunnen we dat met een 'cover up' nog weer een paar jaar mee laten gaan, of moet het rigoureus worden gesloopt en opnieuw worden opgebouwd. M.a.w. hoe realiseren we die nieuwe toekomst?
Tot nu toe hebben we het vooral gezocht in de vorm van inpassen, een beetje erbij doen... Het raamwerk van het instituut bleef daarbij overeind staan.
John Moravec opende zijn keynote speech met de vraag:
Als je gewend bent om in boodschappen van 140 tekens te communiceren, kun je dan nog wel een boek lezen? Als je gewend bent aan het kijken van filmpjes op Youtube, kun je het dan nog wel op brengen om een Hollywood film van 90 minuten te kijken?
Het instituut onderwijs bleef hetzelfde. Maar inmiddels is de omgeving van het gebouw ingrijpend veranderd. De context van het gebouw is veranderd. Deze verandering beinvloedt het gebouw.
Van Drop Box
Bij de bespreking van bovenstaande illustratie in het eerste artikel uit de serie heb ik alle elementen van de afbeelding besproken met uitzondering van het begrip 'Context'.
De context van onderwijs is de samenleving waarbinnen onderwijs wordt gegeven. Onderwijs heeft een maatschappelijke relevantie. In de 19e eeuw had de industriele revolutie een enorme impact op het onderwijs. Zoals in de fabriek ging men ook binnen de klas in serie werken.

De verandering komt van buiten de school. De huidige verandering verloop via de kinderen zelf. Zij worden de motor van de verandering. Binnen de school weten we nauwelijks meer wie die leerling is. Net als in de fabriek was dat ook niet belangrijk.
Kijkend naar de illustratie kun je stellen dat in de afgelopen vijftien jaar ingezet is op
- de Leerkracht: door scholing op het ICT domein zal zijn onderwijs verbeteren
- de leerstof: door educatieve software in het onderwijs te gaan gebruiken zal onderwijs verbeteren
- het Leren: door andere -door ICT ondersteunde- werkvormen zal het onderwijs verbeteren.

De leerling zelf werd nooit gezien als vliegwiel voor verandering. Die was in onze 'volwassen benadering' veel meer object van verandering.

Het volgende artikel uit deze serie gaat over het veranderende profiel van de leerling.

Het vak 'Toekomst' - deel 4

-met dank aan John Moravec-

Onderwijs kent een heleboel verschijningsvormen. Er zijn verschillen in doelgroepen te benoemen, verschillen in visie, in uitvoering, in structuur, etc. Maar alle onderwijs is uit zichzelf gericht op de toekomst. De leerkracht (mentor, trainer, coach, docent, leraar, meester, juffrouw, leersituatie-organisator en alle andere functionele aanduidingen van de rol, want ik ben in deze graag politiek correct) bereidt het 'object van onderwijs' (ook wel de leerling genoemd) voor op een volgende fase in het leven. De manier waarop de leerkracht dat doet heeft veel te maken met de manier waarop die leerkracht zelf in het leven staat. Op basis van zijn levenservaring, kennis etc. weet hij wat er "in het leven te koop is". En daarom bereidt hij zijn leerlingen voor op een toekomst, die hij ziet als het logisch verlengde van zijn verleden.
Van Drop Box
Ik heb het sterke gevoel dat de toekomst van mijn kinderen niet meer uit mijn/ons verleden voortkomt. Dat wat ik met mijn generatie als 'maatschappelijke relevante basisvaardigheden' benoem heeft geen plaats in die toekomst.
In die toekomst zijn een aantal zaken revolutionair veranderd t.o.v. mijn verleden:
Voor mij is internet een bron die ik na de feitenlijke gebeurtenis raadpleeg,
voor mijn kinderen is het pro-actief aanwezig en helpt het om in de gebeurtenis een keuze te maken.
Binnen Google Wave zijn de vertaaltool en de spellingstool zo sterk ontwikkeld dat deze de basisvaardigheden die ik heb aangeleerd in de toekomst van mijn kinderen ridicuul zijn.
Met behulp van Global Positioning Systems weten we op elk moment waar we zijn. Maar we weten ook 'in het moment zelf' waar we naar toe gaan en (met behulp van bv Google Lattitude) wie we daar gaan ontmoeten.
Ik kan me nog net een voorstelling maken van de consequenties van bovengenoemde zaken.
Maar wat mijn voorstellingsvermogen te boven gaat is wat ik benoem als het 'Omnipresent zijn'. Met behulp van technologie plaats en tijd onafhankelijk aanwezig zijn. Een concreet voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld gelijktijdig aanwezig zijn in de concrete wereld (IRL = in real life) en in de virtuele wereld. Iets van deze vermenging zie je al bij twitterende mensen.
Onderwijs van nu zou op die toekomst gericht moeten zijn.
Maar hoe?
Het wordt tijd voor een interessant debat. John Moravec heeft een bijzonder interessante voorzet gegeven. Voor inkoppen is het nog te vroeg, maar gaan wij meespelen?

Het dilemma van de leerkracht

Waar gaat het met het onderwijs naar toe?
Waar komt ons onderwijs vandaan?
Wat is goed onderwijs?
Moeten we onderwijs definiëren in leerlijnen waarlangs de ontwikkeling wordt gemeten en vastgelegd. Of moeten we uitgaan van de natuurlijke nieuwsgierigheid van het gezonde kind dat zingt: "Mijn spelen is leren"
Wordt er geleerd in de vrije ruimte, of wordt er geleerd dankzij de controle?

Vandaag had ik een gesprek over de manier waarop een digitale leeromgeving moet worden ingericht. Bovenstaande dilemma's blokkeerden dat gesprek op belangrijke momenten. Via internet wordt al zoveel materiaal aangeboden op verschillende (educatieve) sites; moet je nog wel de ambitie hebben om daar een besloten leer omgeving tegen aan te zetten? Mijn gesprekspartner stelde dat de controle op het leren, het beheer van de resultaten het belangrijkste element van onderwijs is. Dit mist hij in de vrije internet omgeving, daarom heeft hij de ambitie om een totaal structuur te ontwerpen en beschikbaar te stellen. Alle leermateriaal wordt -gestructureerd volgens de kerndoelen- aangeboden.
Het is een lovenswaardige ambitie... denkend vanuit de lesgever.

Eerder schreef ik al over nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomst van onderwijs. Maar ook ontwikkelingen zoals de vertaaltool of het ultra revolutionaire spellingsprogramma van Google Wave gaan het onderwijs inhoudelijk sterk beïnvloeden.
Als elke leerling dit soort tools tot zijn of haar beschikking heeft, moeten wij ons afvragen of- en op welke manier wij de leerling nog moeten ondersteunen.
Of ben ik nou een cultuur/onderwijs pessimist?
Ik ben in elk geval razend benieuwd naar het antwoord op die laatste vraag!

Het resultaat van ons onderwijs...

... is bedroevend.
Kijk maar naar de basisvaardigheden.
Geen mens kan nog rekenen en spellen is al helemaal een ramp! En als je het beide niet kunt, dan ga je gewoon naar de Pabo. En daarmee is de cirkel gesloten, het onheil verklaart en de oplossingsrichting geleverd.
Iedereen kan weer rustig gaan slapen, want de minister moet en zal het even aanpakken...

Als je op de berichten in de media afgaat dan bekruipt je inderdaad het gevoel dat alle onbekwame mensen kiezen voor het vak van leerkracht. Als je je oor te luisteren legt bij de oudere leerkrachten, dan ligt 'het' aan de lamlendige jongere collega's die hun werk verzaken! Beter Onderwijs Nederland schrijft het tekort aan basisvaardigheden op rekening van de onderwijsvernieuwingen. En zo heeft iedereen een mening.

We kunnen 'vroeger' niet vasthouden... Vroeger was alles beter, maar het wordt vanzelf later!

Binnenkort komt Google met zijn nieuwe 'programma' Google Wave. Je kunt er 'alles' mee. Wie wil weten wat dat 'alles' is kan de bijgevoegde video bekijken. In Google Wave zitten tenminste twee opties die het onderwijs van morgen veranderen. De ene is een 'realtime vertaler', die er voor zorgt dat ik met een Fransman of een Chinees kan chatten. 'Hij' in zijn taal en ik antwoord gewoon 'met mijn niet al te beste Nederlands'.
Want het tweede onderdeel is een 'realtime spellingscontrole'. Deze is revolutionair! Mijn spelling wordt namelijk op drie niveaus gecontroleerd:
- grammaticaal
- syntax
- en semantisch!
We kunnen met elkaar heel veel meningen uitwisselen en ik heb al veel sceptici gesproken. Vroeger leerden we het allemaal inderdaad zelf en daarom kunnen wij nu onze computerspelling nog zelf controleren :-)Maar voor onze leerlingen is Google Wave zometeen realiteit.



Als we 'morgen' op de ons vertrouwde manier spellingsonderwijs blijven geven gaat er iets mis. Natuurlijk zal mijn leerling oefenen, en bij een toets zal hij of zij alles (even) weten. Maar in zijn of haar praktijk zal die spellingsvaardigheid nooit gebruikt hoeven te worden. Dus zal die wegzakken. En we zullen de leerling gaan verwijten dat hij/zij geen inzicht heeft.
Als deze leerling student wordt, zal men constateren dat het ergens helemaal fout is gegaan;
...waarschijnlijk heeft een leerkracht zijn plicht zitten verzaken. Hij dacht met een projectje en een verslagje -dat hij overigens door de mede-leerlingen van feedback liet voorzien- er gemakkelijk van af te komen...

Wat is de moraal van dit verhaal? We leggen u de keuze voor.
Is onderwijsvernieuwing
- "het nieuwe doen, maar het oude niet laten"
- "het nieuwe doen en het oude laten"
- "het nieuwe doen en het oude anders doen"

Is het de rekenmachine die er voor zorgt dat onze leerlingen geen inzicht hebben, of is het de docent die lesgeeft alsof er geen rekenmachine bestaat? We kunnen natuurlijk altijd nog de rekenmachine verbieden... Maar krijgen we dan Beter Onderwijs in Nederland? Of -wat nog belangrijker is- krijgen we dan betere studenten in Nederland?

(met dank aan P. en G. Pols)

The Language of Learning

In de eerste jaren van deze eeuw werkten Robert Jan Simons en Manon Ruijters een interessante gedachte uit.
Hun basisgedachte was om het
leren effectiever en efficienter te organiseren door te differentiëren in het leren en het matchen van het 'wie, wat, waar, waarom, wanneer en waartoe'. Daarbij wilden zij patronen benoemen op individueel, groeps- en organisatieniveau.

In eerste instantie lijkt de gedachte die zij hebben geformuleerd op een uitbreiding of aanvulling van de 'vier leerstijlen van Kolb'. Simons en Ruijters onderscheiden namelijk vijf verschillende leerstijlen.
- Kunst afkijken: wat werkt? meeliften, overnemen, leren in het echte leven, druk is oké (geel)
- Participeren: dialoog, met anderen leren, samen iets uitzoeken, onderling vertrouwen (rood)
- Kennis verwerven: boekenkennis, kennisoverdracht, leren van experts, doelgerichtheid (blauw)
- Uitproberen: kritische reflectie, veiligheid, coaching, expliciet leren, oefenen (groen)
- Doorgronden: in het diepen springen, nieuwsgierigheid, toeval, creativiteit (wit)

Aan elke leerstijl kennen zij een kleur toe.
Maar de gedachte van de leerstijlen wordt verder uitgediept door deze 'kleuren' ook toepasbaar te maken op de omgeving en op de inhoud.
Simons en Ruijters stellen impliciet dat bij bijvoorbeeld een leerstijl als participeren een omgeving hoort waarin het mogelijk is om samen iets uit te zoeken en met elkaar te kunnen overleggen en in dialoog te gaan. Daarmee maken zij de koppeling tussen leerstijl en een inrichting van de leeromgeving waarbinnen deze leerstijl wordt gefaciliteerd. Iemand met een 'rode' leerstijl zal dan ook graag in een 'rode' omgeving werken.
De stap naar de inhouden wordt ook gemaakt. Simons en Ruijters stellen namelijk dat er ook inhouden zijn die het beste (= effectiever) binnen een bepaalde kleur kan worden aangeboden.

Tot slot vertalen zij deze gedachten ook door naar ICT. Ze schetsen een aantal mogelijke manieren van ondersteuning van het leren mbv ICT:
Geel: best practices en voorbeelden
Rood: communities en multiprofessioneel leren
Blauw: archief en content, de weg weten op het internet
Groen: competenties en zelfgestuurd leren
Wit: faq, ervaringsuitwisseling, reflectie

Wat is er van deze interessante gedachten geworden. Was het een eerste aanzet? Is er een vervolg aan gegeven? Op 'het grote net' is het stil... Wie weet wat wat het vervolg is?